Uitzendkrachten hebben recht op exact dezelfde beloning als medewerkers rechtstreeks in dienst

De Rechtbank te Noord Holland heeft dit maar weer eens bevestigd. Verschillende medewerkers hebben als vrachthalmedewerker gewerkt in de vrachthal van DHL en MWC op Schiphol, via verschillende uitzendbureaus. Uitzendkrachten hebben steeds het minimumloon betaald gekregen terwijl zij eigenlijk zouden moeten vallen onder de cao DHL en cao MWC, wat hogere beloningen betekent. Deze uitzendkrachten hebben met terugwerkende kracht het verschil tussen het betaalde minimumloon en het loon wat conform cao betaald zou moeten worden gevorderd en met succes.

Uitzendkrachten hebben recht op een beloning gelijk aan het loon en vergoedingen die worden toegekend aan werknemers werkzaam in gelijkwaardige functies in dienst van de inlener. De kantonrechter oordeelt dat het voor het recht op een gelijk loon, en de toepassing van 22 lid 1 NBBU CAO en artikel 8 lid 1 Waadi, niet uitmaakt dat de uitzendkrachten zijn doorgeleend. Voor het recht op een gelijk loon moet volgens de kantonrechter worden gekeken naar de onderneming waar de terbeschikkingstelling plaatsvindt, los van de doorlening.

Zie de volledige uitspraak: ECLI:NL:RBNHO:2018:2491